Gustav Mahler (1860-1911) – Kindertotenlieder (1905)
Francis Poulenc (1899-1963) – Stabat Mater (1950)
Mahler/Clytus Gottwald (*1925) – Ich bin der Welt abhanden gekommen (1983)

Met Sarah Gutvill (mezzo) en Ella Rombouts (sopraan).
Koor en orkest onder leiding van Jeroen Spitteler.
Concerten: 28, 29, 30 augustus 2014 – Dominicuskerk, Spuistraat 12, Amsterdam

Dit jaar is er gekozen voor twee indrukwekkende werken over verdriet en hoop uit het begin van de twintigste eeuw.
De Kindertotenlieder van Gustav Mahler en het Stabat Mater van Francis Poulenc zijn exemplarisch voor de rijkdom van de muziek uit deze periode. Maar de combinatie van deze werken vormt ook muzikaal en inhoudelijk een prachtige eenheid.

De Kindertotenlieder (1905) vormt een aaneengesloten cyclus van 5 delen op gedichten van Friedrich Rückert (1788-1866) voor orkest en solostem (mezzosopraan of bariton). Ze vormen de verwerking van het noodlot dat tot twee keer Rückerts gezin trof.

Van dezelfde dichter is de tekst van het bekende orkestlied van Mahler Ich bin der Welt abhanden gekommen. De Duitse componist en musicoloog Clytus Gottwald bewerkte het tot een werk voor koor a capella. De subtiele instrumentatie en de prachtige melodie van de solist vatte hij op een wonderlijk geslaagde manier samen in het 16 stemmige koorwerk. In de programmering is dit werk als het ware een traite d’union tussen het orkestlied van Mahler en het koor en orkestwerk van Poulenc.

Het Stabat Mater (1950) is een werk voor koor en orkest, geschreven op het gelijknamige middeleeuwse gedicht dat het verdriet van Maria beschrijft aan de voet van het kruis waaraan haar Zoon hangt. Een werk voor orkest, koor en sopraansolist, maar bij nadere beschouwing lijkt het koor eigenlijk vooral de rol van ‘vocale solist’ te vervullen. Het werk werd meteen na de première enthousiast ontvangen en beleefde vele uitvoering in de jaren daarna. Toch wordt het veel minder vaak ten gehore gebracht dan verwacht zou mogen worden.